In Frankrijk woonden een groep dwergen. Deze dwergen woonden in een huis vlakbij het strand. Op het strand speelde ze elke dag. Ze deden er spelletjes, en speelden met het losse zand. Maakten zandtaartjes en heel veel zandkasteeltjes. De dwergen gingen altijd laat naar huis, en als ze dan thuis kwamen hadden ze honger en dorst. Zo ging het elke keer. Alleen ze hadden niet verwacht dat er op een dag iets spannends ging gebeuren, en dat zal ik jullie eens vertellen.
Het was op een woensdag dat de dwergen naar het strand toe liepen. Bij het strand aangekomen pakten ze hun speeltjes uit waar ze zandtaartjes en kasteeltjes mee bouwden. Het was mooi weer en hadden ook hun zwemkleding meegenomen. Een aantal dwergen doken het water in en een aantal dwergen gingen zandkastelen maken. Ze speelden en ze speelden…
Opeens riep Dwerg Ries “Kom eens kijken, wat ik heb gevonden”. Alle dwergen kwamen hard aangelopen. Wat is dat? zei Ricki. Volgens mij is het een walvis zei Nicki. Wat doet die nou hier? zei Toos. Dat weet ik niet zei Roos. Zullen we het vragen zei Ries. Ja, dat doen we zei Ties. Hallo Walvis, zei Ties wat doe jij hier op het strand? De Walvis keek op, en antwoordden terug, ik ben verkeerd gezwommen. Ik lig hier, en ik weet niet meer hoe ik terug moet komen naar het water. Kunnen we je niet helpen? vroeg Ricki. Dat zou ik wel heel fijn vinden, weten jullie een manier hoe ik weer het water in kom vroeg de Walvis. Ik weet nog geen manier zei Nicki maar we kunnen het wel proberen. Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen zei de Walvis. Hallo, Walvis zei Toos, heeft u ook een naam? Oja, helemaal vergeten… ik heet Millie. Dat is een leuk naam zei Roos. We zullen eens kijken hoe we Millie in het water krijgen zei Ries. Oke, zei Millie hoe willen jullie dat gaan doen? Even denken zei Ties.
Kun je je een beetje omdraaien zei Ricki. Een heel klein beetje hoor zei Millie de Walvis. Millie draaide zich langzaam om. Stop maar, zie Nicki, dat is genoeg. We gaan nu allemaal achter Millie staan zei Toos en dan gaan we allemaal duwen zei Roos. De dwergen duwden en duwden maar Millie kwam niet vooruit. Ze bleven maar proberen maar het lukte maar niet. Nee, dit gaat niet lukken zei Ries. We moeten toch anders verzinnen zei Ties. Jullie zijn allemaal klein en niet zo sterk zei Millie, ik ben groot en zwaar. Misschien kunnen jullie iets anders bedenken?… De dwergen dachten na, en kwamen met veel ideeën, maar elke keer lukte het niet om Millie het water in te krijgen.
Opeens… kwam er een idee van Toos. Als we nu eens een paar mensen erbij halen. Die zijn groter en sterker en kunnen ons misschien wel helpen. Alle dwergen vonden dit een goed idee. Roos bleef bij Millie, terwijl de andere dwergen mensen gingen vragen voor hulp. Er kwamen van alle kanten mensen aangelopen, iedereen wilde helpen om Millie het water in te krijgen. Na een uurtje waren er zoveel mensen, dat het nu wel moest lukken om Millie in zee te duwen. Iedereen ging bij Millie de Walvis staan, en duwden zo hard als ze konden. Maar hoe hard ze ook duwden het lukten nog steeds niet om Millie naar de zee te duwen. Heel zachtjes, maar dan ook heel zachtjes begon Millie te huilen. Ik moet nu hier blijven snik, snik, snik en kan nooit meer zwemmen in de zee huilde ze. Nicki probeerde Millie te troosten, en zei we vinden echt wel een manier. Nog heel even en dan ben je weer vrij. Millie hield op met huilen en probeerde nog een keer te draaien, het lukte. Ze lag nu met haar neus naar de zee toe, en wachten geduldig wat er ging gebeuren.
De mensen en de dwergen kwamen bij elkaar en dachten samen goed na. Als het niet met onze handen lukt, kunnen we proberen om Millie met een hijskraan het water in te laten glijden riep iemand van de Mensen. Dat vond iedereen een heel goed idee, en er werd snel een hijskraan gehaald. Ook haalden de mensen een paar touwen om deze om Millie heen te binden. Wat gaan ze nou met mij doen, vroeg Millie aan Ries. Ze gaan een hijskraan halen, dan binden ze een paar touwen om je heen, dan halen ze je met de hijskraan omhoog en daarna, glijden ze je langzaam weer de zee in, maken de touwen los en kun je vooruit de zee in zwemmen. Echt waar, zei Millie, dat zou ik heel fijn vinden. Ja, zie Ries als de Hijskraan er is. Dan ben je binnen 10 minuten vrij.
Het duurde nog even voordat de Hijskraan kwam met de touwen, maar na 20 minuutjes was de hijskraan er. De touwen werden om de middel van Millie gebonden. Ze werd omhoog getakeld en langzaamaan, kwam Millie uit het water. Millie zweef in de lucht aan de hijskraan, ze was los van het strand. De hijskraan draaide nog even, zodat de neus van Millie naar de zee toe stond. Langzaam ging de hijskraan naar beneden net boven het water. De touwen werden los gemaakt en Millie was vrij. Millie zat niet meer vast in het strand en kon nu zelf terug zwemmen naar de zee.
De mensen juigden, de dwergen klapten. Millie was ook blij dat ze vrij was. Ze zwom snel naar dieper water en maakte daar een mooie salto. In het diepere water riep ze naar de mensen en de dwergen dank jullie wel allemaal. Ik ben weer vrij. De mensen en dwergen stonden aan de kant te kijken en riepen terug. Fijn om te zien dat je weer kan zwemmen, en niet meer zo dicht naar het strand toe zwemmen hoor. Millie gaf nog een salto en verdween toen langzaam onder water.
Mijn maag rommelt, zei Ricki. Hoe laat is het zei Nicki. Tijd om naar huis te gaan zei Toos. Alle spullen pakken zei Roos. Lekker naar huis zei Ries. Dan kunnen we gaan eten en drinken zei Ties. De dwergen liepen allemaal naar huis en zongen nog een mooi lied onderweg. Ze waren allemaal blij dat het gelukt was om Millie vrij te krijgen.
Geschreven en edacht DoorNancy