Op een mooie zomerdag speelde Roos en Sophie in de tuin. Ze waren in de zandbak aan het spelen. Roos en Sophie hadden een idee. Ze wilden Mama verrassen. Roos zei tegen Sophie laten we zandkoekjes gaan maken en dat aan Mama geven. Sophie vond dit een leuk idee. Ze maakten heel veel zandkoekjes en zetten die op de rand van de zandbak. Zullen we Mama roepen zei Roos. Oke, zei Sophie en ze riepen heel hard Mama, Mama, Mama.
Daar kwam Mama al naar buiten lopen. Wat is er? zei Mama. Roos pakte een zandkoekje in haar hand, maar het koekje was meteen kapot. Het zand bleef niet goed aan elkaar zitten. Met droevige gezichtjes keken Roos en Sophie Mama aan. Ach, zei Mama, nou is het zandkoekje gebroken maar weet je wat, willen jullie misschien een echt chocolade koekje? Ja, riepen Roos en Sophie dat willen wij wel. Kom dan maar gauw mee naar binnen zei Mama. Ze liepen samen naar binnen, veegden hun voeten en wasten hun handen. Ga maar lekker zitten, zei Mama en pakte de koekjestrommel en gaf Roos en Sophie een koekje. Willen jullie ook iets drinken? vroeg Mama. Dat wilden Roos en Sophie wel, en ze kregen een glas Siroop. Ineens zijn Mama, ik heb een verrassing voor jullie.
We gaan met zijn allen naar het zwembad.
Jippieee, riepen Roos en Sophie. Mogen wij dan onze nieuwe bikini aan? vroegen ze aan Mama. Dat mag, en ging de zwemspullen pakken. Ze gingen meteen weg, zodat ze lang in het zwembad konden zwemmen. Bij het zwembad aangekomen stapten ze allemaal uit de auto. Goed bij elkaar blijven zei Mama, anders raken we elkaar kwijt.
In het zwembad kleedde ze zich om en gingen op zoek naar een plekje. Hier is een mooi plekje zei Roos. Dat is zeker een mooie plek zei Mama, ze legden hun handdoeken en andere spulletjes op de plek en gingen het water in. Roos ging meteen van de glijbaan af en Sophie spetterde met het water. Ze speelden een tijdje lekker in het water.
Opeens zagen ze een waterfontein, daar wilde ze naar toe. Ze liepen naar Mama, en vroegen of ze naar de waterfontein mochten gaan. Mama zei ja, maar ze ging wel met Roos en Sophie mee. Mama, Roos en Sophie liepen naar de waterfontein. Ze gingen eronder staan. Het water kletterden op hun hoofden. Het doet wel een beetje pijn zei Sophie. We gaan er onder uit en dan gaan lopen we naar onze plek zei Mama. Daar kunnen jullie weer fijn spelen in het water. Ze liepen naar de plek en ze speelden, en speelden in het water. Na een tijdje kwam Mama, en zei tegen Roos en Sophie, we gaan zo naar huis. Papa komt thuis van het werk. Mogen we nog even van de glijbaan Mama zei Sophie. Natuurlijk zei Mama. Ze gleden nog een keer van de glijbaan en daarna gingen ze zich omkleden om naar huis te gaan.
Ze reden naar huis en thuis ging Mama avond eten maken en de tafel opdekken. Het duurde niet lang op Papa kwam thuis. Het eten werd op tafel gezet en ze gingen eten. Na het eten vroeg Papa aan Roos en Sophie. En wat hebben jullie vandaag gedaan? Roos en Sophie riepen in koor, we zijn naar het zwembad geweest. Kom zei Papa, kom gezellig naast mij zitten en vertel mij maar eens wat jullie gedaan hebben vandaag. Roos en Sophie vertelde over het spelen in het water, de waterfontein en alle mensen die ze zagen in het zwembad.
Zo zei Papa, dat is wel een hele leuke dag geweest. Jullie boffen maar. Ik zal jullie nog een beetje drinken geven en dan gaan jullie naar bed. Roos en Sophie dronken het drinken op, trokken hun pyama aan, en gingen naar bed. Zal ik nog een verhaaltje voor lezen vroeg Papa. Ja, zeiden ze en kozen een mooi sprookjesboek uit. Papa begon te lezen over de Wolf en zijn avonturen, maar Roos en Sophie waren zo moe, dat ze snel in slaap vielen. Papa klapte het boek dicht, gaf de meisjes nog een kus op het voorhoofd, liep naar de deur en zei nog zachtjes Welterusten en deed de deur dicht.